Aan alle docenten van de kleuteruniversiteit

U zwaaide zopas mijn jongste kleuter uit.
Met toeters en bellen, geuren en kleuren, alweer was niets u teveel.

Vijf keer zag ik het gebeuren, hoe u mijn onzeker ronddrentelende prinsen of prinsessen, bij de hand nam, uit de wind zette, een duwtje gaf, de deuren voor ze opende.

Het is mij een raadsel hoe u dat doet.
Zij vinden bij aanvang nog niet eens de juiste woorden, zitten voortdurend onder snottebellen en etensresten, weten nauwelijks hun jas te knopen, kijken versteld het boze wonder ‘wereld’ aan, met grote verwachtingsvolle ogen.
Hoe u dat doet, hen mee te voeren, op een reis vol avonturen en hen met uw glimlach en eeuwig enthousiasme een plek te toveren waar zij boordevol vertrouwen veilig durven dansen en rondhuppelen.
Hoe u erin slaagt de verwachting in hun blik niet teniet te doen, sterker nog, in hun ogen een glans te kleuren die menig volwassene met verstomming slaat en ontroert tot in zijn diepste kieren.

Pluimen op uw hoeden, champagne in uw glazen, ovaties, standbeelden, niets lijkt mij straf genoeg om duidelijk te maken hoe wonderlijk u geweest bent in de eerste levensjaren van mijn vijf prinsen en prinsessen.

Mijn allerdiepste waardering hebt u.

Er rest mij enkel nog een handdruk of een kus.

Van harte.

Een vader.

kinderhandjes