mei 2018

lier

als een slaperige dame
vermoeid van het minnen
ligt zij loom tussen de wateren
die haar bevloeien
en zo vruchtbaar maken

van de nauwe nerven in haar handen
waar begijnen wonen
tot de grote marktplaats
die rond haar navel ligt
- meermaals omgeploegd
ontbloot van het verleden
afgevlakt voor morgen
door polijsters
die hun truwelen schrapen -
tast ik vruchteloos
naar de gewaden
waarin zij zich eeuwen heeft gehuld

de trotse moeder
die haar telgen
diep in de rokken duwt

terrassen schreeuwen van het zonlicht

vreemd hoe graag ik mij
zo zichtbaar
in haar schoot verschuil

deze stede
die mij drinkt